Veldhovenaar Janus van Kasteren (35) is al jaren gegrepen door de rallysport. In de rally Parijs-Dakar eindigde hij afgelopen januari als beste Nederlander in het vrachtwagenklassement op een vijfde plaats achter 4 oppermachtige Kamaz trucks. Een topprestatie in een veld van ruim 40 deelnemers.
Met zijn bedrijf Boss Machinery houdt hij zich al 10 jaar bezig met de in- en verkoop van nieuwe en gebruikte bouw- en grondverzetmachines. Op de locatie aan de Eindhovensebaan staan de meest imposante machines. Waar veel van deze mastodonten door het zand ‘kruipen’, houdt Van Kasteren er van om met snelheden tot boven de 100 kilometer per uur over hoge duinen te stuiven. ‘Ik race al van jongs af aan, van karten tot rallycross op het Eurocircuit. In 2012 reed ik mijn eerste rally met een buggy in Marokko. Vervolgens kocht ik een Daf waarmee al eens aan de Dakar rally was deelgenomen. Met die wagen heb ik 2 jaar aan rally’s in Spanje en Marokko meegedaan.’
Technische problemen
Zijn kans om de Dakar-rally te rijden kwam toen hij werd gevraagd door het team van Renault Mammoet Rallysport. ‘De rally werd toen in Zuid-Amerika gehouden. 2 keer heb ik deelgenomen, en 2 keer ben ik op de voorlaatste dag door technische problemen uitgevallen. Toen ben ik met Gerard de Rooy in contact gekomen. In 2020 heb ik voor het Petronas Team de Rooy Iveco gereden en eindigde ik als 6e.’
In 2021 nam het team vanwege de coronacrisis niet deel aan de rally, maar dit jaar stond de Veldhovenaar weer aan de start om met ruim 40 concurrenten de strijd aan te gaan. Van Kasteren heeft als bestuurder in de cabine gezelschap van navigator Marcel Snijders en de zeer ervaren monteur Darek Rodewald. Ervaring en een goede voorbereiding tellen in deze loodzware rally. ‘Je houdt je fit in de sportschool. De 4 wagens en 4 servicewagens testen we vooraf een week in Marokko op een oude Dakar-piste. Alles wordt daar goed afgesteld zodat we een worden met de truck.’
Topsnelheid
De wagens zijn eind 2021 vanuit Marseille per boot naar de haven van Djedda gebracht. De 12 wedstrijddagen beginnen steeds vanuit een bivak. ‘Over de weg rijden we vanuit het bivak naar de start. Dat kan wel 300 tot 400 kilometer zijn. De starttijden gaan op de seconde. 10 minuten voor de start wordt de route op een tablet ingeladen. De wedstrijd duurt gemiddeld zo’n 5 uur waarbij weer een afstand tussen 300 en 400 kilometer wordt afgelegd. Na de finish rijden we vaak nog eens 100 kilometer naar het volgende bivak.’ De Iveco heeft een topsnelheid van zo’n 200 kilometer per uur, maar is voor de Dakar-rally begrensd op 140. Er zijn etappes waarop ze een gemiddelde snelheid van 109 kilometer per uur halen.
Duinen
Elke nacht wordt de truck weer helemaal nagekeken. ‘Ik heb 3 monteurs voor mijn truck, die sleutelen de hele nacht door. Ze kijken alles na, trekken alle bouten na en voorzien de truck van nieuwe banden.’ Tijdens de wedstrijd houdt een monteur vanuit de cabine alles in de gaten. Als de duinen naderen, kan hij vanuit de cabine de bandenspanning verlagen. Halverwege de wedstrijddag is er altijd een verplichte stop. ‘Die duurt 20 minuten. Dan kunnen we even de benen strekken en iets drinken. We bekijken de auto, maar we mogen er niet aan sleutelen.’ Dag 10 was de zwaarste dag volgens Van Kasteren. ‘Die had de hoogste duinen en duurde het langst. Je moet continu geconcentreerd zijn. De organisatie probeert je te slopen, ook door de lange verbindingen tussen de etappes. Als het goed gaat, hebben we veel plezier maar er wordt ook gevloekt. 1 seconde na de finish is dat allemaal weer vergeten.’
Kick
De 5e plaats in de eindklassering was het maximaal haalbare. ‘Het vrachtwagenklassement wordt gedomineerd door Kamaz. Die hebben 120 man in dienst en zijn op dit moment onverslaanbaar. We zijn uiterst tevreden met de 5e plaats.’ Maar er was meer dat voldoening gaf. ‘Op sommige dagen hebben we tussen de Kamazzen gereden. Maar de grootste kick krijg ik van het passeren van een tegenstander.’ Bij de volgende editie zal de Veldhovenaar weer aan de start staan. Alleen met welk voertuig is nog niet bekend.