Veldhoven – Sinds 1983 is Wil van den Heuvel in de zaal en langs het veld te vinden om verslag te doen van voetbalwedstrijden. Tot op de dag van vandaag stapt de Zeelsternaar wekelijks enkele keren met gezonde spanning in de auto om voor het Eindhovens Dagblad een wedstrijd te bezoeken.
In het dagelijks leven verdient Wil de kost als inkoper. Een groot deel van zijn vrije tijd gaat naar de verslaglegging van voetbalwedstrijden. Hij interviewde al de groten der aarde binnen de voetbalsport. Onder meer Johan Cruyff, Michel Platini, Michael van Praag en Sepp Blatter kregen van hem vragen voorgelegd. Maar met evenveel plezier ontfutselt hij antwoorden van spelers uit de kelderklasse van het amateurvoetbal.
Sportjournalist
‘Op school wilde ik al sportjournalist worden’, zegt de man die vroeger in de jeugd en bij de senioren van UNA voetbalde. Zijn ouders hadden tot 1978 café Van den Heuvel in Zeelst. Daar diende zich de kans aan om te gaan schrijven over voetbal. ‘Thieu Vlemmix vroeg mij om de verslagen van het zaalvoetbal van hem over te nemen want hij ging daarmee stoppen. Thieu leerde mij om een goed verslag van een wedstrijd te maken. 2 jaar deed ik het samen met Jan van den Akker. 2 jaar later, in 1983, ben ik alleen verder gegaan. Tot op de dag van vandaag ga ik nog met veel plezier naar de wedstrijden toe.’
In 1994 wordt de sportcorrespondent gevraagd om ook veldvoetbal te gaan doen voor het ED. ‘UNA-Gestelse Boys was mijn eerste wedstrijd in het veldvoetbal. Ongeveer driekwart van mijn verslagen zijn van wedstrijden van UNA.’ Maar het houdt niet op bij alleen de zondag. ‘Ik zeg nooit nee als ik gevraagd wordt voor een verslag. Gemiddeld wordt er 40 weken per jaar gevoetbald. Daarvan heb ik wekelijks minimaal een competitiewedstrijd op het veld, een in de zaal en vaak een vrouwenwedstrijd.’
Deadline
Het mooist vindt hij het tegen de deadline aanwerken. ‘Dat speelt vooral bij avondwedstrijden. Ik voel nog steeds een gezonde spanning, ik denk dat die vergelijkbaar is met die van een speler voor de wedstrijd. Tijdens de wedstrijd maak ik het verslag op een laptop. Ik maak er altijd een human interestverhaal van. Van tevoren bedenk ik een insteek, bijvoorbeeld een speler die debuteert of een jubilaris. Zo’n 30% van mijn verslag gaat over de wedstrijd. Op zondagavond zit ik altijd op de redactie van het ED. Daar werk ik de zondagwedstrijd uit en verzamel de verslagen van een van de klassen. Een enkele keer maak ik ook een verslag voor BN/De Stem of het Brabants Dagblad.’
Het zaalvoetbal verslaat Wil inmiddels al 39 jaar. ‘Tegenwoordig versla ik de wedstrijden van FC Eindhoven en ZVV Eindhoven. Vrijwel al die verslagen in de krant zijn van mijn hand. Daarvoor kom ik in heel het land.’ In al die jaren heeft Wil al tal van sportparken bezocht. ‘Het mooiste sportpark bij de amateurs vind ik De Westmaat in Spakenburg. Voorbij de poort zit links IJsselmeervogels en rechts Spakenburg. Allebei hebben ze een tribune voor 1500 à 2000 man. Spakenburg heeft zelfs 3 kantines. Ook sportpark Goed Genoeg van AFC uit Amsterdam springt er voor mij uit. Zij hebben een parkeergarage onder het veld.’
Stekker
Natuurlijk heeft hij al het nodige meegemaakt. Zoals in juni 2000 toen UNA in Waalwijk een promotiewedstrijd tegen Papendrecht speelde. Terwijl Wil zijn verslag zit te tikken, komt de fotograaf om zijn actiefoto naar de redactie door te sturen. ‘Hij trekt vervolgens de stekker van zijn laptop eruit, maar dat was de stekker van mijn laptop. Het was 22.50 uur en ik was mijn verslag, dat bijna klaar was, kwijt. Om 23.00 uur was de deadline. Toen heb ik het nog snel uit mijn hoofd door moeten bellen zodat het de volgende dag toch in de krant stond.’
Gedurende zijn ED-correspondentschap was Wil ook negen jaar lang correspondent PSV voor het Engelse persbureau PA, dat belang stelt in statistieken en citaten. Vanaf 2005 zit hij ook in de organisatie van het amateurvoetbalgala van het Eindhovens Dagblad. Een prominent reikt er de prijzen uit voor de beste voetballer, voetbalster, trainer en ploeg.
Wat vindt hij nou het leukste van dit werk? ‘De vele contacten. Maar ook het met gezonde spanning van huis gaan en alles met een korreltje zout nemen, want het is tenslotte amateurvoetbal hè.’